Geplaatst op Geef een reactie

De geschiedenis van propolis, deel 2 (van de 19de eeuw tot nu)

wetenschappelijk onderzoek naar propolis

Zoals je in het eerste deel van onze blogpost kunt lezen, is propolis zo oud als honing en wordt het al eeuwen door de mens gebruikt als geneesmiddel. In deze vervolgblog gaan we dieper in op de manieren waarop propolis gedurende de laatste twee eeuwen door de wetenschap bestudeerd werd.

Vroege bevindingen van Franse scheikundigen

Begin 19de eeuw werd propolis bestudeerd door de Franse apotheker en scheikundige Nicolas Louis Vauquelin. Hij beschreef het als een harsachtige, kneedbare, aromatische stof met een roodbruine kleur. ‘De warmte van de vingers is voldoende om ze zacht te maken, ze kan tussen de tanden gekauwd worden en is smaakloos.’

Het onderzoek van propolis was nauw verbonden met de ontwikkeling van de scheikunde. Rond 1815 bestudeerde Michel Chevreul de chemische samenstelling van flavonoïden, een diverse groep van fytochemicaliën die door verschillende planten in grote hoeveelheden worden geproduceerd en in propolis aanwezig zijn.

Duitse onderzoekers ontleden propolis

Onderzoek naar de chemische samenstelling van propolis begon begin 20ste eeuw. De eerste pogingen om de samenstelling van propolis te bepalen gebeurde via eenvoudige fractionering. In een van de eerste rapporten beschreven Dietrich en Helfenberg hun extractiemethoden. Ze probeerden bestanddelen van propolis te scheiden in alcohol, chloroform en ether. In 1911 identificeerde Dietrich vanilline in propolis en Küstenmacher, een andere Duitse onderzoeker, identificeerde kaneelzuur en cinnamylalcohol als componenten van propolis.

In 1927 bevestigde de Duitse wetenschapper Rösch de hypothese van Plinius dat propolis afkomstig is van knoppen van planten. Een reeks studies in de Verenigde Staten leidde tot de ontdekking van kleine hoeveelheden vitamine B1, B2, B6, C en E. In 1957 ontdekte Usjkalova vier soorten was van verschillende kleur in propolis.

Variabele chemische samenstelling

Al die tijd werd aangenomen dat propolis een zeer complexe maar constante samenstelling had, zoals bijenwas. In de jaren zestig bewees de analyse van talrijke stalen uit verschillende geografische streken met geavanceerde labomethodes dat de chemische samenstelling van propolis enorm variabel is.

In de jaren zeventig werden met efficiëntere methodes, zoals kolomchromatografie en dunnelaagchromatografie, steeds meer bestanddelen van propolis geïsoleerd. In een monster van propolis uit Europa worden gemiddeld 50 chemische componenten geïdentificeerd, verschillend naargelang regio en vegetatie maar meestal afkomstig van bomen.

Dokter Propolis

Tussen 1967 en 1973 vond in Denemarken een serie onderzoeken plaats met sensationele resultaten. De bioloog Karl Lund Aagard kreeg de bijnaam Dokter Propolis nadat hij de effecten van propolis op meer dan 50.000 patiënten beschreef. Hij kwam tot de conclusie dat de stof werkzaam is tegen tientallen aandoeningen en nauwelijks bijwerkingen heeft. In 1976 patenteerde hij een methode om propolis uit bijenkorven te zuiveren.

Antibacteriële eigenschappen

In de jaren veertig werd het eerste systematische onderzoek naar de antibacteriële activiteit van propolis gedaan door Kivalkina, die vaststelde dat propolis stafylokokken en tyfusbacteriën doodt. In 1967 concludeerde Lindenfelser in de VS dat propolis een remmende werking had op 25 van de 39 bacteriën en 20 van de 39 schimmels die hij in vitro testte. Rond die periode vonden ook in Polen en Duitsland experimenten plaats die aantoonden dat talrijke groepen bacteriën gevoelig zijn voor propolis.


Zelf ook propolis proberen?

Overtuigd door de geschiedenis van propolis? Probeer propolis en ontdek de heilzame werking. Propolis is te koop in de webshop van Caere in tinctuur van 30 %, tinctuur van 70 %, alcoholvrije tinctuur, siroop, capsules en tabletten.
°°° Meer informatie en overzicht van alle propolisproducten


Geef een antwoord